Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gedenk [13]ons de vorige misdaden niet; haast U, laat Uw barmhartigheden ons voorkomen; want wij zijn zeer [14]dun geworden. 13. Anders, tegen ons. Maar wij spreken ook alzo in onze taal: Ik zal hem dat gedenken, en gedenk mij dat niet. Verg. Jer.2:2, en zie Jer.331:34; Ezech.18:22, en het tegendeel Jer.14:10; Hos.8:13, en Hos.9:9, en wijders, aangaande de manier van spreken, Gen.8:1. Of, de misdaden der vorigen; dat is, onzer voorvaders. 14. Of, uitgeput, uitgeteerd, gering geworden.